Tijd en timing

A. Hoe lang duurt een gebiedsontwikkelingsproces?
B. Hoe ga je om met het verschil in tijdshorizon van betrokken partijen?
C. Hoe ga je met de factor tijd om als ontwerpdimensie?
D. Hoe ga je om met toekomstige innovaties?
E. Hoe ga je met tijd om in het proces-projectmanagement?
F. Hoe agendeer je duurzaamheid in een al (lang) lopend proces?


A. Hoe lang duurt een gebiedsontwikkelingsproces?

De looptijd van het project/proces van gebiedsontwikkeling kan sterk variëren. Bij wat complexere projecten moet al snel aan meer dan 10 tot 15 jaar worden gedacht (als dit ooit eindig is). Standaard wordt de looptijd veel te optimistisch ingeschat. Dit is vanuit duurzaamheid niet zo erg. Naarmate het proces langer duurt zijn er meer onverwachte ontwikkelingen en verandert het “tijdsgewricht”.

Tips:

  • gebruik een heldere visie als kompas
  • gebruik de businesscase als bindend element
  • rond elke fase netjes af met een door het bevoegd gezag vastgesteld document
  • knip zo mogelijk het project op
  • zorg voor concrete, helderen en meetbare ambities 

 

B. Hoe ga je om met het verschil in tijdshorizon van betrokken partijen?

De “span of control” in termen van tijd die afzonderlijke spelers willen overzien verschilt nogal: politiek 4 jaar, projectontwikkelaar 8 jaar, belegger 20 jaar, woningcorporatie 30 jaar, etc...

Tips:

  • Belangen van partijen en personen moeten expliciet zijn. Probeer hier rekening mee te houden. Het is logisch dat een bestuurder die zich jaren hard gemaakt heeft voor een project publiciteit wil, ook al is er nog niks gerealiseerd. Organiseer dit en zorg voor ‘a moment of fame’,  dit stimuleert ook toekomstige bestuurders. Kijk ook zo naar de belangen van andere betrokkenen.
  • Belangrijke beslismoment contractueel vastleggen en met waarborgen omkleed over afwijking
  • Opknippen van projecten die recht doen aan span of control tijd die beschikbaar is

 

C. Hoe ga je met de factor tijd om als ontwerpdimensie?

Bij tijd als ontwerpdimensie gaat het om o.a. levensduur, openhouden van mogelijkheden voor de toekomst en vertrouwen op nieuwe innovatie.  Het gaat ook om het vermogen om people, planet en profit in balans te brengen. Dimensies van duurzaamheid, die elk een eigen dynamiek (kunnen) hebben.

Tips:

  • De focus leggen op de langere termijn, maar wel met verbinding naar de korte termijn.
  • Niet meer beslissen en vastleggen dan op het moment strikt nodig is
  • Via scenario’s verkennen hoe robuustheid in het ontwerp kan worden ingebracht
  • Ruimtelijke reservering met het oog op langere termijn (bijv. spoorverbreding) in combinatie met tijdelijke gebruiksfuncties, lichte stedenbouw, etc.
  • Kiezen voor multifunctionaliteit. Zelfs als een functie uitvalt of niet meer nodig is, is er nog betekenis (bijv. helofytenfilter). Zorg dat duurzaamheidsmaatregelen in meerdere opzichten een verrijking voor het gebied vormen. 

 

D. Hoe ga je om met toekomstige innovaties?

De ontwikkeling van duurzame technologie staat niet stil, er komen steeds nieuwe technieken beschikbaar. Daarnaast worden bestaande technieken die nu nog niet rendabel zijn dat door opschaling en verder innovatie over een aantal jaar wel.

Tips:

    • Maak onderscheid in ingrepen met een lange levensduur (bijvoorbeeld casco van een gebouw), een middellange levensduur (bijvoorbeeld de gevelafwerking) en een relatief korte levensduur (bijvoorbeeld installaties). Hou er rekening mee dat naarmate de levensduur langer is het lastiger is om innovaties een plek te geven. Er komen immers weinig momenten van renovatie of vervanging. Ga vervolgens na hoe je hier rekening mee kunt houden. Zorg dat het casco is voorbereid op nieuwe ontwikkelingen (groene daken, gevels, energieopwekking etc.).
    • Formuleer toekomstige innovaties als een uitdaging voor de ontwerpers nu, terwijl er voor de huidige situatie de “best practice” geldt . Hoe kunnen we nu een wijk ontwikkelen die over 40 jaar aan de dan geldende eisen voor duurzame energie kan voldoen? Hoe kunnen we er voor zorgen dat in deze wijk over 40 jaar voldaan kan worden aan de dan geldende eisen voor het afvalwater? We kennen deze eisen natuurlijk nog niet, de excellente ambities kunnen als leidraad dienen.

 

E. Hoe ga je met tijd om in het proces-projectmanagement?

  • Lever informatie op tijd aan. Dit levert goodwil op maar zorgt ook dat duurzaamheid een plek krijgt bij de besluitvorming.
  • Hou je aan afspraken, doe het werk dat van je verwacht wordt, zet onderzoek uit, kom met feiten.
  • Stel vragen. Zorg dat je weet wat andere van je verwachten, aan welke informatie behoefte is en in welke vorm, waar liggen onzekerheden, wat is de planning, etc.
  • Wees proactief door te zoeken naar mogelijkheden om problemen en kansen van anderen te helpen oplossen en benutten door juist vanuit een duurzaamheidblik een bijdrage te leveren 
  • Voorkom dat tijd je ergste vijand wordt. Tijd moet je vriend zijn en je moet altijd tijd nemen om tot kwaliteit te komen. Dat moet je vanaf het begin inbakken.

 

F. Hoe agendeer je duurzaamheid in een al (lang) lopend proces?

Gericht op duurzaamheid gaat het in het bijzonder om:

  • Inhoud:  Welke inhoudelijke vragen liggen er op het gebied van duurzaamheid? Welke zijn al opgepakt en welke niet en waarom niet?
  • Proces:  Welke rol en bijdrage wordt op het gebied van duurzaamheid verwacht? Zijn er voorzieningen in het proces getroffen of te treffen dat die verwachting waar is te maken?
  • Cultuur/omgeving: Hoe wordt de samenwerking? Wie heeft zich (eerder) druk gemaakt om duurzaamheid c.q. waarom moet duurzaamheid er nu bij?


Naarmate duurzaamheid later ingebracht wordt verschuift het accent steeds verder naar inrichting, gebouwen en details. Een vroegtijdige betrokkenheid maakt het mogelijk argumenten in te brengen die de locatiekeuze beïnvloeden. Naarmate de betrokkenheid later in het proces is, liggen er steeds meer genomen besluiten met als gevolg dat de speelruimte kleiner wordt. Echter er blijft ook op de lagere schaalniveaus ruimte voor de inbreng van duurzaamheid (inrichting openbare ruimte, duurzaam bouwen etc.).

Processen lopen soms lang en onverwachte wendingen kunnen plaatsvinden. Hierdoor kan de speelruimte onverwacht groter (of kleiner) worden. Bijvoorbeeld doordat de opgave verandert, de grenzen van het plangebied verschuiven, de planning verandert etc. Het is belangrijk hier altijd alert op te blijven.