Particulier beheer openbare ruimte

Het particulier beheer van de buitenruimte is een tegenhanger van erfpacht. Bij erfpacht is het de publieke partij die extra inkomsten genereert, om hiermee openbare voorzieningen op peil te houden. De overheid bepaalt hoe de gelden worden ingezet en verdeeld. Bij particulier beheer zijn het de bewoners zelf die bepalen hoe de gelden worden ingezet. Deze gelden bestaan uit een gemeentelijke afdracht, op basis van de gemeentelijke verdeelsleutel, met eigen inleg. De eigen inleg is vaak een vastgesteld bedrag dat verplicht door alle bewoners moet worden afgedragen. Dit om discussie en freeridersgedrag te voorkomen. De bewoners zijn vrij om te kiezen tussen het zelfstandig uitvoeren van het groenonderhoud of het uitbesteden aan een commerciële partij.

Een bekend voorbeeld van het publiek beheer van de buitenruimte is Park Rozendaal in Leusden, waar een bewonersstichting de verantwoordelijkheid heeft. In de stichting komen de geldstromen van de gemeente en van de huishoudens samen. Daarbij wordt het beheer van de wijk op sommige onderdelen met een aantal vooraf geformuleerde randvoorwaarden aan de wijkbewoners zelf overgelaten. De bewoners zijn zelf verantwoordelijk voor de speeleilanden, het groen, de tennisvelden en het zwembad. De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare orde en veiligheid, plus de infrastructuur, boven en onder de grond, inclusief parkeerruimte. Voor het beheer van het groen in de wijk Rozendaal betaalt de gemeente een door B&W vastgesteld bedrag per vierkante meter. Een gelijkwaardig bedrag besteed de gemeente direct in de andere buurten en wijken van Leusden.

Lidmaatschap en daarmee ook afdracht aan de stichting zijn verplicht (vereniging van eigenaren). Alle inwoners van de 480 woningen betalen zodoende mee aan de stichting. Er wordt een bedrag van circa 28 euro per maand gevraagd per huishouden. Daar tegenover staan groeiende verdiensten. Oorspronkelijk ging het om het beheer en onderhoud van groen samen met de toegang tot en het gebruik van de tennisvelden en het zwembad. Tegenwoordig zijn er ook andere diensten. Er is een energiecommissie opgericht, deze voert onderzoek uit naar woningverbetering. De commissie biedt bijvoorbeeld uitgebreide informatie over vloerisolatie voor de 480 vrijwel identieke woningen, met methoden, offertes en een inschatting van de energetische en financiële besparing. Ook wordt er centraal televisie en radio via de kabel ingekocht bij Ziggo Collectief. Een aanzienlijke kostenbesparing tegenover de losse conventionele individuele contracten. Daarnaast worden er door de stichting tal van activiteit georganiseerd in de wijk. Andere voorbeelden van publiek beheer van de buitenruimte (met soms andere constructies) zijn De Boomgaard in Almere, EVA Lanxmeer, Céramique in Maastricht, het Chassé Park te Breda of Parkwijk in Berkel en Rodenrijs.

Sommige vormen van geprivatiseerde publieke ruimte hebben een negatieve bijsmaak. Het gaat dan bijvoorbeeld om ‘gated communities’, afgesloten woonbuurten. Ook veel grotere commerciële complexen met eigen buitenruimte kunnen op kritiek rekenen, zoals de koopgoot in Rotterdam of Cabot Circus in Bristol. Men kan in dergelijke ruimtes eigen huisregels hanteren voor zwervers, bewaking, cameratoezicht, openingtijden en bijvoorbeeld het nemen van foto’s. Van openbare ruimte is in dergelijke gevallen geen sprake meer. Het is belangrijk om een evenwicht te vinden tussen de bevoegdheden van bewoners of exploitanten aan de ene kant en het algemene belang aan de andere kant.