Revolving funds

Een revolverend fonds is slecht Nederlands voor het Engelse ‘Revolving Fund’. Een fonds is in deze context een voor een bijzonder doel vastgelegde hoeveelheid kapitaal, een potje gelabeld geld. Een bijzonder kenmerk van een revolverend fonds is dat het potje zichzelf deels moet aanvullen. De besteding van het geld moeten zorgen voor revenuen. Een verschil met een investeringsfonds is dat het expliciet een publiek belang moet dienen. Projecten komen in aanmerking wanneer er sprake is van een rendement dat wat lager is dan de markt wenst en / of een project dat pas na een aantal jaren op stoom komt. Bijvoorbeeld een warmtecentrale die pas optimaal rendeert als alle woningen gerealiseerd zijn of de restauratie van industrieel erfgoed dat pas inkomsten genereert na oplevering, maar hoge kosten kent om als erfgoed weer (maatschappelijke) betekenis te krijgen (zie Nationaal Restauratiefonds) . 

Een revolverend fonds neemt daarmee een plek in tussen subsidies en private investeringen bij maatschappelijk gewenste ruimtelijke ontwikkelingen. Bij subsidies is er een duidelijk geval van marktfalen. Zonder overheidsinvesteringen komt het project niet van de grond. Private ontwikkelingen daarentegen bieden goede uitzichten op voldoende privaat rendement. Of bij dergelijke ontwikkelingen het publieke belang goed behartigd wordt, is van ondergeschikt belang.

Bij revolverende fondsen kan sprake zijn van ‘verkapte subsidies’. Er wordt geen bedrag toegevoegd aan het project om de begroting te sluiten, maar een lagere rente gevraagd om de totale kosten te drukken. Daarmee komt de steun meer ten goede aan het project, minder aan de geldschieter die hogere rentetarieven hanteert. Ook zullen de investeerders in het fonds een lagere geldgroei moeten accepteren, maar het gaat hier natuurlijk om meer an alleen financieel rendement.

Een revolverend fonds heeft een aantal voordelen: 

Voor institutionele of particuliere beleggers / spaarders:

  • Gespreid risico omdat het fonds bestaat uit diverse projecten en beleggingen
  • Gedempt risico dankzij participatie van publieke partij
  • Maatschappelijk verantwoord beleggen
  • Transparant fonds, men weet wat men in huis haalt

 

Voor projecten:

  • Goedkoop geld lenen, met aanzienlijke kostenbesparing voor het project
  • Geen zoektocht naar aantrekkelijke rentetarieven, maar duidelijk richtpunt
  • Duidelijke criteria om in aanmerking te komen
  • Stimulans om project duurzaam te maken (financiële afweging wordt groene afweging)
  • Gelijk speelveld. Dezelfde regels, voorwaarden en rentetarieven (optioneel) gelden voor alle projecten
  • Het fonds biedt ook stabiliteit. Ambtstermijnen, politieke vetes en andere beslommeringen staan los van het fonds, dat voor langere tijd wordt gegarandeerd

 

Voor publieke initiator (EU, Rijk, Provincie of regionaal samenwerkingverband)

  • Het fonds biedt goede garanties op teruggaaf van de inleg. Er zijn dus geen kosten aan verbonden. Er is enkel in beperkte mate sprake van gemiste rente-inkomsten.
  • Ruimte voor configuratie fonds tussen opbrengsten en risico. De initiator bepaalt de spelregels.
  • Duidelijk signaal richting projecten en bevolking, dankzij fonds met duidelijk profiel
  • Door fondsvorming is het rentetarief op het vreemd vermogen lager, dankzij de risicospreiding. Dit betekent dus een kostenbesparing.
  • Er wordt enkel een actieve houding gevraagd bij de vorming van het fonds. Betrokkenheid bij de projecten is passief. Het is aan de projectleiders om aan te tonen dat zij in aanmerking komen om aanspraak te maken op het fonds
  • Fonds doorbreekt de lastige jaargeoriënteerde boekhouding. Overhevelen van het ene jaar naar het andere is niet alleen makkelijk, het is vanzelfsprekend.


Het werken met revolverende fondsen is in opmars. Veel Europese structuurfondsen stappen over van subsidies naar revolverende fondsen. Daarbij bestaat zelfs de optie dat subsidies over een aantal jaar helemaal tot het verleden behoren.  JESSICA (Joint European Support for Sustainable Investment in City Areas) geldt vanuit de Europese Investeringsbank als het aangewezen fonds voor duurzame stedelijke ontwikkeling. De ander fondsen andere bestemmingen binnen de ruimtelijke ontwikkeling en dragen namen als Jeremie, Jaspers en Jasmine.  Naast het groeiende aantal Europese voorbeelden groeit het aantal nationale revolverende fondsen. Het Amsterdamse klimaatfonds, het Utrechtse grondfonds en tal van lokale energiemaatschappijen kennen een dergelijke constructie.

Een bekend praktijkvoorbeeld van een revolverend fonds zijn de woningbouwcorporaties. Hierbij gaat het natuurlijk niet alleen om de financiële kant. Zij bouwen woningen en beheren deze. In ruil daarvoor krijgen ze huurinkomsten van de huurders. Na verloop van tijd worden enkele huurwoningen verkocht, andere worden vernieuwd of gesloopt. Bij sloop herreist nieuwbouw, deze wordt weer te huur aangeboden. Dergelijke principes kunnen ook op onderdelen worden toegepast. Veel gemeenten werken momenteel al met of aan de oprichting van een duurzaamheidsbedrijf. Deze worden verantwoordelijk voor woningverbetering, lokale investeringen in duurzame energie, kennisverpreiding en meer, met bijvoorbeeld ‘pay as you save’ constructies. Gerealiseerde besparingen op de energierekening worden aangewend om de investeringskosten af te lossen en het fonds aan te vullen.