Publiek private samenwerking

Bij ruimtelijke ontwikkelingen is er veelal sprake van een afhankelijkheid tussen private en publieke partijen. Private partijen concentreren zich graag op de lucratieve projecten, over het algemeen het ontwikkelen van vastgoed. De waarde hiervan is echter deels afhankelijk van de ontwikkeling van niet-lucratieve planonderdelen, zoals groen, infrastructuur en water. Deze worden juist door publieke partijen ontwikkeld. Echter publieke partijen zijn vaak afhankelijk van de grondposities, welwillendheid en kennis van private partijen. Een samenwerking tussen beide ligt dus voor de hand. Om samen het geheel tot een hoger niveau te tillen, een hoge kwaliteit van het gebied met als gevolg een hogere waarde voor het vastgoed.

Grofweg zijn er in de ruimtelijke ordening twee vormen van samenwerking te onderscheiden tussen publieke en private partijen.
Het eerste model is een light versie van samenwerking. Een voorbeeld: de gemeente verwerft de gronden en maakt deze volgens plan bouwrijp, de private partijen realiseren de woningen en zorgen voor de inrichting van de openbare ruimte. Het voor wat hoort wat principe wordt gevolgd.
Het tweede model kunnen we de heavy versie noemen. Hierbij wordt echt samen opgetrokken. Het staat veelal te boek als PPS: publiek private samenwerking. 

Bij Benefit Sharing spreken private en publieke actoren af om winsten boven een vastgesteld redelijk rendementsniveau terug te investeren in het plan. De marktpartijen blijven onverminderd gemotiveerd om winstmogelijkheden te zoeken en na te denken over een nuttige (meerwaarde opleverende) investering van de ‘overtollige’ winst.

Meer informatie over de samenwerking tussen publieke en private partijen en een beschrijving van samenwerkingsmodellen is te vinden in:

Reiswijzer gebiedsontwikkeling 2011
- Samenwerking tussen publiek en privaat in een andere realiteit, Uitgave Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling, september 2011