Vuistregels
- Bouw robuuste ecologische netwerken:
- Behoud en vergroot groen/blauwe gebieden (“eilanden”)
- Creëer ecologische verbindingen tussen groen/blauwe gebieden (“corridors”)
- Zorg voor stepping stones in ecologische verbindingsroutes (“kleine eilanden”);
- Zorg voor een samenhangen door netwerken te schakelen (“matrices”)
- Strategie van de 2 netwerken
- Natuurlijke zonering van de toegankelijkheid: op basis van gesteldheid en aard van het gebied bezoekersstromen toelaten
- Voorkom versnippering/ zorg voor ontsnippering (bijv. creëer faunapassages (ecoducten, duikers, uittreedplaatsen, vistrappen e.d.) bij grote barrières)
- Benut ecologische overgangen voor natuurontwikkeling
- Verbindt stadsnatuur met ecologische structuren buiten de stad via groene en blauwe dooraderingen
- Benut water als drager van groene verbindingen; combineer groen met blauw
- Benut natuurlijke dynamiek van het (rivier)water zoals stroming en getijdenwerking
- Benut kwelstromen
- Plan natuur met de bodem
- Hou de ontstaansgeschiedenis van het landschap leesbaar
- Benut kansen om een nieuwe tijdlaag toe te voegen
- Ontwikkel een groene structuur in en om de stad; laat dit een geheel zijn (“metropolitaan landschap”)
- Creëer een grote randlengte tussen groen en “rood” (bijv. door wiggen en scheggen, vingerstad)
- Daar waar je openheid bewaart, landschappelijke beleving gebruiken en accentueren, daar waar je verstedelijkt, zichtlijnen benutten, uitzicht ontwerpen en gebruiken.
- Herkenningspunten gericht inzetten en ontwerpen
- Sanering van storende bebouwing en landschapselementen
- Benut groenstructuren als architectonisch element
- Ga zorgvuldig om met de vormgeving van randen
- Creëer iconen
- Zorg voor samenhang in de afwisseling
- Inpassen oude linten en boerderijen
- Aaneengesloten bomenstructuur
- Maak groen toegankelijk voor recreatie en sport
- Bundelen groen en water
- benutten groen en blauw (bermen en sloten) langs infrastructuur (wegen, spoorwegen)
- Zorg voor groen in de straat (belangrijker dan groen in de buurt)
- Gevel- en daktuinen
- Gebruik inheemse soorten voor de inrichting van de openbare ruimte
- Tegengaan van verharding, gebruik van natuurlijke bodembedekking
- Stimuleren en inpassen van stadslandbouw
- Gebruik vruchtdragende soorten
- Natuurvriendelijke oevers
