Vuistregels
Vuistregels voor hoger schaalniveau bovenaan, voor lager schaalniveau beneden
- Plan op basis van de ondergrond volgens de “Ondergrondkansenladder”:
- Benut de potentie van de ondergrond door een optimale match van de kwaliteit van de ondergrond en het functioneel gebruik
- Indien niet de optimale match mogelijk is zorg dan dat de functie minimaal de bestaande bodemkwaliteit in stand houdt
- Beperk “misbruik” van de ondergrondkwaliteiten door minimalisering van risico’s
- Lagenbenadering (snelheid van verandering/aanpasbaarheid/onomkeerbaarheid)
- Versterk/gebruik de natuurlijke eigenschappen van het gebied. Reliëf, bodemtype en geohydrologie geven het gebied zijn eigen karakter en mogelijkheden (identiteit). Sluit aan bij natuurlijk reliëf.
- Gebruik aardkundige, archeologische en cultuurhistorische waarden, indien aanwezig, optimaal in ruimtelijk ontwerp (beschermen door ontwikkelen) om de oorspronkelijke identiteit van een gebied zichtbaar en beleefbaar te maken
- Bij archeologische waarden geldt de ‘ladder van Lansink’: 1e in de grond conserveren, 2e opgraven en elders conserveren
- Benut de ecologische potentie van bodem en grondwater
- Ontzie kwetsbare bodems
- Houd belangrijke grondwaterstromen in stand:
- zorg in infiltratiegebieden voor voldoende infiltratie van kwalitatief goed water
- Beperk peilverlaging in kwelgebieden.
- Zorg dat voldoende water van infiltratiegebied naar kwelgebied kan stromen en daartussenin niet in kwaliteit achteruit gaat.
- Benut kansen voor ondergronds ruimtegebruik om ruimtelijke kwaliteit te verhogen
- Herstel ecosysteemdiensten bij functiewisseling/transformatie
- Realiseer zoveel mogelijk koudewarmteopslag onder de voorwaarden:
- Netto opwarming van het grondwater (energieverliezen) mag niet worden afgewenteld op de omgeving of in de tijd;
- Er mag geen verontreiniging optreden van het grondwater;
- Er mogen geen ongewenste beperkingen ontstaan voor bestaande en toekomstige gebruikers van de bodem
- Er mag in beginsel geen verplaatsing optreden van de huidige grens zoet – zout.
- Breng water dat in kwetsbare gebieden wordt opgepompt (bijv. in bouwputten) en niet wordt gebruikt terug in de bodem.
- Voorkom bodemafdekking
- Schep geen situaties die het nemen van saneringsmaatregelen belemmeren
- Gebruik vrijkomende grond in het gebied
- “hoog en droog” eerst bouwen
- Bouw op basis van de ondergrond
- Verwijder stoffen die niet van nature in de bodem en het grondwater thuishoren
- stimuleer biodiversiteit in en op de bodem en in het water door waterbeheer, inbrengen van organisch materiaal/ groenbemesting, grondbewerking gericht op verbetering van de bodemstructuur
- bescherm drinkwaterwingebieden
